Burgerinspraak

Er wordt nogal wat gedebatteerd en gesproken over deelname door  de inwoner aan het beleid van de gemeente. Het betreft hier niet individuele en persoonlijke vragen of verzoeken.

Als burger heeft men verschillende wegen om vragen te stellen en/of verzoeken in te dienen inzake het gemeentebeleid .

  1. Men kan zich richten tot de gemeentelijke diensten, en/of de gemeenteraadsleden. Deze zijn niet gebonden door regelgeving om deze vragen en verzoeken te behandelen.
  2. Er zijn reeds initiatieven door gemeentebesturen om gerichter te werken aan deelname door de inwoners, met een meer “ officieel “ en bindend karakter. Voorbeelden hiervan zijn hoorzittingen. Bilzen bijvoorbeeld voorziet een vragenkwartier vóór de gemeenteraadszitting. Lommel wil een “stadsdebat” over het gemeentebeleid organiseren. N-VA Peer volgt deze initiatieven.
  3. Er is een officiële bindende weg voor inspraak en openbaarheid van bestuur geregeld door het gemeentedecreet. Wij vermelden hier de procedures die voorzien zijn.

Verzoekschrift aan de organen van de gemeente

Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de gemeentesecretaris en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.

De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.

Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

  1. de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
  2.  het loutere mening is en geen concreet verzoek;
  3. als de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
  4.  het taalgebruik beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

Het betrokken orgaan verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

Voorstellen van burgers

 De inwoners hebben het recht te verzoeken om de door hen in een gemotiveerde nota nader omschreven voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de gemeenteraad in te schrijven en om deze agendapunten te komen toelichten in de gemeenteraad.

Ze voegen bij die nota eventueel alle nuttige stukken die de gemeenteraad kunnen voorlichten.

Dat verzoek moet worden gesteund door ten minste :

 

  1. 2 % van het aantal inwoners ouder dan 16 jaar in gemeenten met minder dan 15 000 inwoners;
  2. 300 inwoners ouder dan 16 jaar in gemeenten met minstens 15 000 inwoners en minder dan 30 000 inwoners;
  3. 1 % van het aantal inwoners ouder dan 16 jaar in gemeenten met minstens 30 000 inwoners.

 

Het verzoek wordt ingediend met een formulier , dat het gemeentebestuur ter beschikking stelt, en wordt met een aangetekende brief gestuurd aan het college van burgemeester en schepenen.
Het moet de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats vermelden van iedereen die het verzoekschrift ondertekend heeft.

Het college van burgemeester en schepenen gaat na of aan die voorwaarden voldaan is.

Het verzoek moet minstens twintig dagen voor de dag van de vergadering van de gemeenteraad bij het college van burgemeester en schepenen ingediend zijn om in de eerstvolgende gemeenteraad te kunnen worden behandeld, zo niet wordt het verzoek behandeld op de daaropvolgende vergadering van de raad.

De gemeenteraad doet vooraf uitspraak over zijn bevoegdheid ten aanzien van de in het verzoekschrift opgenomen voorstellen en vragen.
Binnen zijn bevoegdheid bepaalt de gemeenteraad ook welk gevolg daaraan wordt gegeven en hoe dat wordt bekendgemaakt.