U bent hier
De site Panhoven en Campus Agnetendal
De site Panhoven en Campus Agnetendal: hoe zit dat in elkaar?
We stellen vast dat er nogal wat mensen denken dat het project van de nieuwe schoolgebouwen “Site Agnetendal” een realisatie is van de stad Peer. De voorstelling die gegeven wordt, blinkt inderdaad niet uit in duidelijkheid en correctheid.
De "Hoeve Vermeulen" is het project dat volledig door de stad gerealiseerd wordt.
N-VA Peer is zeker niet tegen de bouw van de scholen, maar stelt vragen en wil verduidelijken.
Er worden 4 projecten gerealiseerd op deze site.
1. Het Katholiek Onderwijs Limburg (KOL) bouwt de lagere school, de middenschool en het internaat. Het KOL is eigenaar van deze gebouwen.
Voor meer duidelijkheid over de financiën in het onderwijs in Vlaanderen verwijzen we naar het artikel op deze site.
2. Het KOL bouwt de sporthal, de stad Peer neemt hiervan bijna de helft voor haar rekening.
Voor de bouw van een sporthal voor een middenschool worden normen opgelegd en subsidies voorzien. De geplande sporthal overschrijdt ruim die normen met een hogere kostprijs tot gevolg, betaald door de stad. De huidige sporthal wordt afgebroken.
3. Het stadspark/sportpark is eveneens gedeeltelijk ten laste van de stad. De Perenaar mag er gebruik van maken buiten de schooluren.
4. De stad restaureert de hoeve Vermeulen (grotendeels ruïne) voor kinderopvang.
Bemerkingen bij de realisatie van die projecten.
De stad koopt jeugdhuis De Reep van de kerkfabriek St Trudo en verkoopt het weer aan het KOL. Het jeugdhuis wordt afgebroken.
Ook het oude collegegebouw (wat daarmee zal gebeuren, is nog koffiedik kijken) werd aangekocht door de stad.
De omgevingsaanleg (wegen, rotonde, parkings, binnenpaden, …) is ook ten laste van de stad. Door de keuze van deze plaats voor de campus Agnetendal lopen die kosten hoog op.
De daarmee gepaard gaande bedragen en andere kosten voor de stad vindt u op deze site.
Een voorstel voor de realisatie van kinderopvang in het centrum van Peer (huidige Plons), waarbij de gronden ter beschikking zouden gesteld worden door het Gemeenschapsonderwijs, werd al snel niet aanvaard. Het zou allicht heel wat minder kosten dan het project “restauratie hoeve Vermeulen”. Helaas werd de beslissing voor de restauratie en kinderopvang op die locatie al lang geleden genomen en moet kost wat kost doorgaan? Wij vrezen ook dat er niet voldoende capaciteit zal zijn voor kinderopvang.
Dat er criteria opgesteld werden, zoals voorzien in het decreet flankerend onderwijs om een gelijke behandeling van de scholen door de overheden te garanderen, blijft ook de vraag.